Stap 1: Interesse, en nu?

Tijdens een introductiebijeenkomst kunt u meer zicht krijgen op het mentorschap en of dat iets voor u is. We horen graag van u: klik hier voor het interesseformulier.

Stap 2: De introductiebijeenkomst

In de introductiebijeenkomst is er ruimte voor theorie en voor veel uitwisseling aan de hand van praktijkvoorbeelden. Zo krijgt u een indruk wat de praktijk kan zijn bij de verschillende groepen cliënten: mensen met een verstandelijke beperking, psychiatrische stoornis, niet-aangeboren hersenletsel of dementie.

Stap 3: Het vervolg

Na de introductiebijeenkomst is er een vervolggesprek met een van de coördinatoren. Daarin bespreken we uw kwaliteiten en ervaring en hoe mogelijk een opstap gemaakt kan worden naar het mentorschap. Na afloop van dit gesprek is helder of de rol van mentor bij u past en wat er eventueel nog nodig is om goed voorbereid aan de slag te gaan. Uw voorkeuren om tot een passende match te komen brengen we in kaart.

Stap 4: Deelname aan twee themabijeenkomsten

Na dit gesprek bestaat de startfase nog uit twee themabijeenkomsten, over logboek en dossier, zorgindicaties en multidisciplinair overleg. De bijeenkomsten worden regelmatig gehouden zodat u ze goed in kunt passen in uw agenda.

Stap 5: Kennismaken tot en met koppeling

Zodra we een cliënt voor u op het oog hebben, neemt een coördinator contact met u op. Als het profiel van de cliënt u aanspreekt, kunt u kennis gaan maken. Dit eerste bezoek aan uw (mogelijke) cliënt doet u samen met de coördinator. Als u én de cliënt er voor voelen elkaar nog eens te zien, gaat u nog eens alleen bij de cliënt op bezoek. Tussentijds laat u ons weten hoe u de bezoeken ervaart en uiteindelijk meldt u of u voor deze persoon de rol van wettelijk mentor wilt vervullen.

Stap 6: Mandatering

De kantonrechter benoemt SMA tot mentor. De stichting mandateert u om het mentorschap voor de cliënt uit te oefenen. Na ondertekening van de mandateringsovereenkomst bent u bevoegd om vertrouwelijke gegevens in te zien en om op te treden als wettelijk mentor. In een koppelingsafspraak, waarbij de cliënt en de directe zorgverlener aanwezig zijn, krijgt u meer informatie over de aandachtspunten in het welbevinden van uw cliënt en over de contactpersonen (zorgverlener, bewindvoering en andere derden).

U krijgt een Mentor Contactpersoon, een ervaren mentor die in de startfase contact met u heeft over hoe het gaat en waarmee u kunt overleggen als u dat wilt.

Tot slot

We hechten belang aan de relatie tussen mentor en cliënt. Daarom vinden een mentorschap van minimaal twee jaar wenselijk. Onze ervaring is dat mentoren als de rol hen past vaak langer dan die twee jaar aan de slag willen zijn en blijven.

Natuurlijk kunnen zich omstandigheden voordoen die het nodig maken hiervan af te wijken. Dat kan bijvoorbeeld zijn als u het mentorschap niet meer goed kunt uitvoeren door veranderingen in uw privésfeer of doordat u buiten Amsterdam gaat wonen.

Over het mentorschap zelf wordt elk jaar gerapporteerd aan de rechtbank. Elke 5 jaar wordt geëvalueerd of het mentorschap voor de kwetsbare persoon nog aan de orde is.